5000 bef
It was in 1982, when a new 5000 belgian francs banknote was issued.
The fourth note in the 1978-1992 series.
On the note, the portrait of the flemish (dutch part of Belgium) poet Guido Gezelle is depicted.
Born and raised in Bruges in 1830, a few months before Belgium declared its independence.
|
Birth house of Gezelle, now museum
|
Since the split of 'the Netherlands' in Belgium and The Netherlands in 1830, Dutch was the official language in The Netherlands, but in the 19th century' Belgium, French was considered as the language for the 'educated' and Dutch as the language of the common people.
Gezelle had the unique ability to write poems in his monther tongue, but typically for the Dutch language, it was laced with dialect.
Therefore, the northern Dutch speakers considered his poems at first as 'too Flemish'.
On the other hand, the upcoming liberal political movement, described his poems as too 'religious'.
Because of this writings in Dutch, he is still considered as a father of the Flemish (language) movement.
|
photograph of Guido Gezelle
|
Gezelle mainly wrote about nature, friendship, religion and death.
He was rebelous and at times also controversial.
For a while he taught as poetry teacher in Kortrijk (B), where he wrote the poem 'dien Avond en die Rooze' (the Evening and the Rose) for his barely 18 year old pupil Eugeen van Oye.
Because of the controversial way of teaching, he was asked to leave Kortrijk in 1860. He retured to Bruges, where he stayed till 1872, when again his position became disputed.
He returned to Kortrijk, where he worked as a priest till he got ill in 1899.
His most known poem, 'het Schrijverke' (the Writer) from 1857, is not about a real writer, but about an insect, the Gyrinus Substratius (according Gezelle himself : Gryinus Natans).
O krinklende winklende waterding
Met 't zwarte kabotseken aan,
Wat zien ik toch geren uw kopke flink
Al schrijven op 't waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,
Al zie 'k u noch arrem noch been;
Gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,
Al zie 'k u geen ooge, geen één.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
Dat nimmer van schrijven zijt moe?
Gij loopt over 't spegelend water klaar,
En 't water niet méér en verroert
Dan of het een gladdige windtje waar,
Dat stille over 't waterke voert.
O schrijverkes, schrijverkes zegt mij dan, -
Met twintigen zijt gij en meer,
En is er geen een die 't mij zeggen kan: -
Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?
Gij schrijft, en 't en staat in het water niet,
Gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;
Geen Christen en weet er wat dat bediedt:
Och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?
Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?
Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,
Of 't water, waarop dat ge drijft?
Zijn 't vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
Of is 'et het blauwe gewelf,
Dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
Of is het u, schrijverken, zelf?
En 't krinklende winklende waterding,
Met 't zwarte kapoteken aan,
Het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
En 't bleef daar een stondeke staan:
‘Wij schrijven.’ zoo sprak het, ‘al krinklen af
Het gene onze Meester, weleer,
Ons makend en leerend, te schrijven gaf,
Eén lesse, niet min nochte meer;
Wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
Niet lezen, en zijt gij zoo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
Den heiligen Name van God!’
Guido Gezelle, 1857
|
the 'writer' : Gyrinus substratius
|
The banknote of 5000 belgian franks, is a beautifully designed note, but it was only shortly in use, as it seemed to be an 'easy' note to be falsified.
|
front side of 5000 belgian francs Gezelle and stylised view of Bruges
|
|
reverse side of 5000 belgian francs dragon fly, leaf and feather
|
This series of banknotes also has a 10,000 belgian francs note with king Baldwin and Queen Fabiola.
to be continued...